In de media
StudentenWerk in FD maart 2008
06-03-2008
HOOFDDORP — Een ongeschoren jongen, petje schuin op het hoofd en grote gouden ketting over zijn veel te ruime kleding, verontschuldigd zich tegen het middaguur bij de receptioniste. Hij heeft zich verslapen en is een uur te laat voor zijn afspraak met een intercedent. Onverrichter zake mag hij weer op huis aan: „Zo’n jongen komt niet door het selectieproces”, zegt Hugo de Koning (27), samen met zijn vrienden Rogier Thewessen (31) en Bram Bosveld (26) directeur en eigenaar van uitzendbureau StudentenWerk.
Het bedrijf werpt bewust een drempel op voor studenten die een (bij)baan zoeken. „Zo houden we alleen de echt gemotiveerde krachten over”, meent De Koning. Geïnteresseerden moeten een profiel opstellen op internet en vervolgens zelf actief op vacatures reageren. Voldoen ze aan de eisen, dan worden potentiële kandidaten pas uitgezonden na een bevredigend kennismakingsgesprek met een intercedent.
De vestigingen van het uitzendbureau zitten niet in dure winkelpanden, maar op bedrijfsterreinen of juist boven winkels. „Dat scheelt enorm in de huisvestingskosten en het komt de efficiency ten goede: we worden niet afgeleid door mensen die zonder afspraak binnen komen lopen.”
De strategie van StudentenWerk heeft succes: in negen jaar tijd is het bedrijf explosief gegroeid. De negen vestigingen behaalden afgelopen jaar een omzet van 38 miljoen. Dit jaar komen er nog vier vestigingen bij, wordt de Duitse markt aangeboord en moet de omzet minstens 55 miljoen bedragen. Niet slecht voor een onderneming die ooit op de ouderlijke zolderkamers is begonnen.
„We waren student en op zoek naar een bijbaan. Die konden we op internet niet vinden, dus zijn we een vacaturekrant voor studentenbanen begonnen”, vertelt De Koning. Al snel besluiten ze om een uitzendbureau te worden, zodat ze niet alleen verdienen aan de vacatures die bedrijven aanmelden, maar ook aan elk uur dat een student voor hen werkt. Door de studievorderingen van hun uitzendkrachten bij te houden, hebben ze een sterke troef in handen: „Er is veel vraag naar starters. Wij kunnen ze vers uit de studiebanken leveren én we weten wat ze kunnen.”
De jonge ondernemers verruilen de zolder dan ook binnen korte tijd voor een bedrijfspand en beginnen te groeien. Dat gaat met vallen en opstaan. „De eerste keer dat een klant failliet ging, kwam hard aan”, weet Thewessen. „We hadden 80.000 aan loon voorgefinancierd voor een callcenter. We waren zo boos… we wilden er zelf naar toe gaan om ons geld op te halen. Ach, je leert er van met risico om te gaan. We zeggen ’nee’ tegen sommige klanten en houden er elk jaar rekening mee dat we tot twee ton kwijt zijn aan faillissementen.”
„We hebben ook leren focussen. In de begintijd hadden we nog een adviesbedrijfje, we maakten internetsites en hadden lucratieve bijbaantjes als hotdogverkoper en bankmedewerker. Dat bleek wat veel van het goede.”
De andere werkzaamheden zijn stopgezet, hun ongedwongen enthousiasme en studentikoze werksfeer is gebleven. „Al hebben we moeten leren hoe je moet delegeren en dat je het personeel moet betrekken bij je beslissingen. Op een dag veranderden we de bonusregeling. Het personeel voelde zich benadeeld, terwijl de nieuwe regeling gunstiger was. Maar we legden van bovenaf iets op, dat viel niet in goede aarde. Dat konden we toen we met vijf man waren nog wel doen, maar in een groter bedrijf moet je draagvlak creëren. Dat krijg je pas als je overlegt met je personeel.”